Categories
Geen categorie

Blijf schrijven en ga naar sportwedstrijden

fotoklimmendmeisje20120717142013

Veel te weinig wordt er met (jong)volwassenen gesproken die ouderverstoting hebben ervaren. Toch kan dit interessante inzichten opleveren. Andrew wilde vanwege een vechtscheiding twaalf jaar niets met zijn moeder te maken hebben. Hij vond het wel leuk toen zijn moeder in die periode stiekem bij een toernooi kwam kijken. Hij zei niets tegen haar, maar zag uit een ooghoek dat zij er was. Jeugdzorg adviseerde Wilma Dol – die geen contact heeft met haar dochters – niet naar hun hockeywedstrijden te gaan. Ze doet het toch en haar dochters vinden het steeds normaler.

Op blogtalkradio heeft Jill Egizii de radioblog Family Matters. Op donderdag 22 mei 2014 interviewt zij Andrew Folker over de campagne ‘Bringing Jacob home’ (zie kader). Doel is om het contact tussen Andrew, zijn broer William en hun vader met hun halfbroer te herstellen. De stiefmoeder wil dat niet. Andrew en William hebben extra reden om boos op de stiefmoeder te zijn. Door haar hebben zij twaalf jaar geen contact gehad met hun moeder. Jammer is dat alleen de stiefmoeder de schuld van ouderverstoting wordt gegeven en aan de rol van de vader geen aandacht wordt besteed.

Tips voor verstoten ouders

In dit uitgebreide interview vertelt Andrew hoe de ouderverstoting begon en zich ontwikkelde. Ontroerend is zijn verhaal over hoe het contact met zijn moeder werd hersteld. Luisteraars mochten ook bellen met vragen. Een beller vroeg wat je kunt doen als verstoten moeder om kinderen milder te stemmen. Daar had Andrew geen antwoord op, maar hij wilde wel vertellen wat zijn moeder goed had gedaan. Zo vertelde hij dat hij het toch leuk vond dat zijn moeder naar een wedstrijd kwam kijken – ondanks het feit dat hij toen steeds zei dat hij zijn moeder niet wilde zien. Hij sprak niet met haar, maar vanuit zijn ooghoek zag hij dat zij er was. Andere tip van Andrew: blijf schrijven en kaarten sturen. ‘Ook al las ik 90 procent niet, ik vond het toch fijn.’ En hij was vooral aangenaam verrast dat zijn moeder alle jaren voor hem was blijven sparen. Met dit geld kon hij een studie beginnen.

‘Ik blijf naar de hockey gaan’

Wilma Dol zit in dezelfde situatie als de moeder van Andrew. Ook haar dochters worden bij haar weggehouden. Iedere week gaat zij naar hun hockeywedstrijden kijken. Jeugdzorg was er eerst op tegen omdat vader aangaf dat het niet goed zou zijn voor de dochters. De Raad van de Kinderbescherming adviseerde zelfs dat Wilma en haar dochters nog een jaar geen contact moeten hebben– zij hebben rust nodig. ‘Terwijl onze band juist altijd zo goed was.’ In het begin ging Wilma niet kijken. ‘Later dacht ik “Dat is niet goed, mijn kinderen moeten weten dat ik er altijd voor ze ben”. Dus ga ik sinds enkele maanden gewoon naar iedere wedstrijd toe. Ik zie mijn dochters stiekem naar mij kijken en ze vinden het steeds normaler worden.’ Jeugdzorg is inmiddels ook op de hoogte. ‘Het is een jongen van dertig die eigenlijk niet weet wat ouderverstoting is en hoe je moet handelen.’ Een mooi moment was toen Wilma, die jarenlang zelf hockey speelde, naast het doel stond. ‘Mijn dochter naderde en ik riep “Ga het doel in.” Haar coach zei het tegenovergestelde. Ze luisterde naar mij en scoorde. Even hadden we toen oogcontact in de trant van: zo doen wij dat.’ Een van haar dochters werd onlangs kampioen. ‘Net als andere ouders ben ik het veld opgegaan en heb foto’s gemaakt. Je kon zien dat mijn dochter het eigenlijk niet zo vreemd vond.’

Het hele interview met Andrew is te vinden op: http://www.blogtalkradio.com/syndicatednews/2014/05/21/bring-jacob-home

‘Bringing Jacob home’

The Campaign for Jacob is a movement started by Phillip Folker, his sons William and Andrew in an attempt to gain support from friends and others who are victims to Parental Alienation. Jacob, his youngest son is being alienated from his father and brothers . On May 23rd, 2013, William, and Andrew moved back to the United States from Singapore to leave the abusive environment created by the children’s step mother, Gloria. They could not take Jacob with them. The Hague treaty did not allow it as it states that both parent’s consent is necessary for a child to leave international borders. Jacob has been completely isolated from his family by Gloria. The Campaign for Jacob was initiated to attempt to create a media platform to enable communication with Jacob, one that could not be taken away from him. The goal is to develop strong consistent communication with Jacob combined with annual visits here in the USA with Jacob. Jacob’s father and brothers want him to know that he is loved, wanted and that he was never abandoned by them.

 

Categories
Geen categorie

‘Voorstellen Teeven en Van Rijn gemiste kans’

Interview met de advocaten Weegberg en Prinsen

Binnenkort buigt de Kamer zich over het uitvoeringsplan ‘Verbeter situatie kinderen in een “vechtscheiding”. Twee advocaten die zich al jarenlang met het herstellen van omgangsregelingen beziggehouden – mr. Jan van Weegberg en mr.ir. Peter Prinsen – vinden het plan een gemiste kans. Van Weegberg: ‘Deze plannen gaan niet helpen. De situatie blijft: als een van de ouders zich niet aan de afspraken houdt, gebeurt er niets.’

Bijna tegelijkertijd verschenen er twee overheidspublicaties over het onderwerp vechtscheidingen. Eerst het rapport van de Kinderombudsman Marc Dullaert op 31 maart 2014, gevolgd door het uitvoeringsplan ‘Verbeter situatie kinderen in een “vechtscheiding”’ van de staatsecretarissen Fred Teeven (Veiligheid en Justitie) en Martin van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport). In grote lijnen komen de conclusies op hetzelfde neer: vechtscheidingen zijn de schuld van de ouders en hulpverlening is nodig om hen te leren zich beter te gedragen. De samenstellers maken er melding van met veel professionals, ouders en bestuurders te hebben gepraat. Jan van Weegberg van Wigman, Sardjoe en Van Weegberg Advocaten is ruim vijftien jaar bijna exclusief betrokken bij omgangszaken. Voor het rapport van de Kinderombudsman is niet met hem gesproken. ‘Ik had dan de ambtenaren, onderzoekers en de Kinderombudsman gevraagd om eens een paar keer mee te gaan naar de rechtbank.’ Peter Prinsen houdt zich al decennia bezig met het familierecht. Jarenlang werkte hij als advocaat en nu buigt hij zich meer over de rechtsfilosofische kant van het recht.

Daadkrachtige rechter

Erg blij worden Van Weegberg en Prinsen niet van de plannen van de staatssecretarissen. Van Weegberg: ‘Het is meer van hetzelfde. Nog meer hulpverlening in de vorm van voorlichting, mediation, een kindercurator en therapieën.’ De lastigste gevallen binnen de scheidingsproblematiek – ouders die het omgangsrecht van een ander frustreren – worden hiermee niet mee opgelost, meent Van Weegberg. ‘In feite is de oplossing niet zo moeilijk. Ondertussen is iedereen het erover eens dat het in het belang van kinderen is dat zij contact hebben met beide ouders. Zet er dan een sanctie op als een van de ouders de omgangsregeling saboteert. Dat gebeurt niet.’ Wel worden er allerlei therapieën en mediation aangereikt voor de gebrouilleerde ex-en. Van Weegberg: ‘Mijn ervaring is dat hulpverlening er meestal in resulteert – of ingezet wordt – om herstel van de omgangsregeling uit te stellen, te traineren. Hulpverlening is zelden in het belang van het kind en de ouder die zijn of haar kinderen niet ziet.’ Ook verplichte mediation kan op weinig bijval rekenen van Van Weegberg. ‘Mediation is afkomstig uit het arbeidsrecht. Lossen een werknemer en werkgever hun conflict niet op, dan beslist de rechter. Die stok achter de deur ontbreekt nog steeds in het familierecht. Frustreert de verzorgende ouder de mediation, dan gebeurt er niets.’ Alleen forensische mediation zou kunnen helpen volgens Van Weegberg. Hierbij wordt een verslag bijgehouden van de mediation en er wordt gerapporteerd aan de rechter. ‘Wel is dan een daadkrachtige rechter nodig, die bij het voortdurend frustreren van de omgang door de verzorgende ouder de hoofdverblijfplaats aan de andere ouder toewijst.’

Ordemaatregelen

Ook Prinsen ziet weinig heil in de voorstellen van Teeven en Van Rijn. ‘de sector is volledig verslaafd aan het geven van hulp. Ook al werkt het niet.’ Hij vindt dat de overheid meer ‘outside the box’ had moeten denken. ‘Bijvoorbeeld door eens naar zichzelf te kijken en zich serieus de vraag te stellen: wat doen wij fout, op welke manier draagt de rechtspraak bij aan het ontstaan van vechtscheidingen? Met als treurig resultaat dat duizenden kinderen een van hun ouders niet zien.’ Bij het vinden van het antwoord kan Prinsen zeker helpen. ‘Wat gebeurt er als het familierecht zijn intrede doet in het leven van ouders? Direct hangt er een zwaard van Damocles boven hun hoofd. Zij kunnen namelijk hun kind verliezen. De ouders zijn vooral bezig de rechter en de hulpverlening ervan te overtuigen dat zij veel belangrijker zijn voor hun kind dan de andere ouder. En dan begint het gevecht, omdat iedere ouder doodsbang is het kind kwijt te raken.’ De grootste fout die in de rechtszaal wordt gemaakt, is de manier waarop het belang van het kind centraal staat. Het leidt ertoe dat ter discussie staat of iemand wel of niet een goede ouder is en of er wel of niet omgang moet plaatsvinden Prinsen: ‘Een debat over het belang van het kind leidt haast onvermijdelijk tot een twist het belang van het kind. Het echte belang van het kind – vrede tussen de ouders – gaat dan jammerlijk verloren.’ Prinsen vindt dat afspraken over de zorgregeling geen verkapte kinderbeschermingsmaatregel mag zijn. Hij vindt dat het een ordemaatregel behoort te zijn. Prinsen: ‘Omgang is er per definitie. De tijdsbesteding van eenieder wordt naast elkaar gelegd. En zo wordt de gezamenlijke verzorging van de kinderen bepaald. Er wordt bij de rechter niet bediscussieerd of de ouders goede ouders zijn en of zij hun kind wel of niet mogen zien. Hiermee haal je de angel uit het gevecht. Er worden alleen waardevrije thema’s besproken, zeg maar agendakwesties. Probeert een van de ouders zich nadrukkelijk te profileren als sterk met het kind verbonden dan moet dat onmiddellijk door de rechter worden afgekapt als zijnde vanzelfsprekend en niet aan de orde. Daarmee voorkom je dat de andere ouder dat probeert te overtreffen en waarmee een polarisatiespiraal zou worden geïnitieerd.’

Handhaven

Zowel Prinsen als Van Weegberg vindt het hoog tijd dat er nu anders geacteerd gaat worden door overheid en hulpverlening. Het uitvoeringsplan van de staatssecretarissen biedt in dat opzicht weinig hoop. Prinsen: ‘Ik zou graag een wetenschappelijk rechtspsychologisch onderzoek zien met als onderwerp: hoe draagt de huidige wetgeving bij aan het verschijnsel vechtscheidingen? Alleen gaat daar geen geld naartoe.’ Op papier zijn de rechten van ouders al redelijk goed vastgelegd. De situatie zou al snel aanzienlijk kunnen verbeteren als de wet wordt gehandhaafd. Eist Teeven dat direct wordt ingegrepen bij het niet nakomen van een omgangsregeling, dan zou het Van Rijn heel veel geld aan hulpverlening besparen. Van Weegberg: ‘Er zijn altijd ouders die (even) niet redelijk zijn. Nu blijft het nog steeds zo: als een van de ouders het omgangsrecht niet nakomt, gebeurt er niets. Het kind is niet geholpen en de problemen worden niet opgelost. Levenslange trauma’s zijn geboren.’